Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook [21]die zich slap aanstelt in zijn werk, die is een [22]broeder [23]van een doorbrenger. 21. Versta, den luiaard en trage. 22. Dat is, in gelijken graad te stellen met den doorbrenger, of daarbij te gelijken. Zie van zulke betekenis van het woord broeder, Job 30:29 en de aantekening. 23. Dat is, van een groot verkwister. Hebreeuws, des Heeren doorbrengers, of des meesters der doorbrenging, of verkwisting; dat is, die daartoe zeer genegen is en zijn werk daarvan maakt. Zie Gen.14:13.